Vergeet me niet

A (8) is de jongste thuis. Een meisje. Een echt meisje. Zo eentje van de soort die stoer is, zorgzaam, houdt van roze, graag in de tuin ravot met haar broer en oorbellen te gek vindt. Een avonturier en een prinses tegelijk. Zo eentje.

H (10), haar oudere broer, is een jongen. Een echte jongen. Zo eentje van de soort die stoer is, zorgzaam, zich graag verkleedt, graag in de tuin ravot met zijn zus en die zijn taak als poppenpapa heel ernstig neemt in het spel met zijn zus. Een rakker en een schatje tegelijk. Zo eentje.

Ze zijn allebei erg gevoelig. Dat hebben ze van mij. Nu ik al wat levensjaren achter de rug heb, is mijn plaats in de wereld duidelijker voor mij. Het kostte me heel wat jaren om daarachter te komen, al beschouw ik mezelf nog steeds als ‘het gevoelige type’. Ik merk dat ik me erg opwind als ik vind dat mijn kinderen ‘flauw doen’. Als ze iets niet durven vragen, huilen om een schrammetje,... Tegelijk moet ik toegeven dat ik vroeger net hetzelfde was en probeer ik om wat minder streng te zijn, maar dat is niet altijd even gemakkelijk.

Toen A in de derde kleuterklas zat (ondertussen vier jaar geleden), begon ze in het laatste trimester te huilen toen ik haar van school ging afhalen. Elke dag huilde ze bij het verlaten van de school. ’s Morgens stapte ze met een brede glimlach de school binnen, tijdens de schooluren was er weinig of niks aan de hand, maar na schooltijd waren er elke dag tranen. Het werd frustrerend, want ik begreep niet wat er aan de hand was. Ik wilde geen ‘flauwe dochter’. Ik wilde mijn ‘stoere en lieve meid’.

Toen dit tijdens de danslessen en de scouts ook begon, werd ik heel erg boos. Ik begreep niet waarom ze huilde. Met mondjesmaat kwam haar verhaal. Ze was bang dat we haar gingen vergeten. Ze dacht dat we niet zouden komen opdagen om haar af te halen. Ze dacht dat haar papa niet meer zou weten dat hij een dochter had. We waren zo vaak boos op A. We werden radeloos toen het maar bleef aanslepen en we het gevoel hadden dat we alles hadden geprobeerd om het op te lossen.

Vorig jaar schakelden we een kinderpsycholoog in. In alle eerlijkheid: ik ben niet zo’n psychologen-mens, maar als papa besefte ik dat ik dit niet alleen kon oplossen. Een jaar later weten we nog steeds niet waarom de tranen precies komen. We begrijpen wel beter dat het iets is dat ze op dit moment lichamelijk niet zelf kan controleren. Het overkomt haar en is (nog) niet te stoppen. Ze wordt doodsbang en hysterisch. We proberen het samen met haar te ontcijferen en te begrijpen, maar dat is soms verdraaid moeilijk.

Ik voel dat ik ondertussen minder boos ben en probeer er voor haar te zijn, maar mijn papa-hart is van het overgevoelige type. Er zijn ondertussen goeie dagen waar we ons aan kunnen optrekken. Het lijkt erop dat ze zelf kleine stapjes heeft gezet en ze neemt steeds vaker initiatief om aan een oplossing te werken.

 

We komen er wel.


Copyright: Photo by Christian Langballe on Unsplash

Jeroen is de papa van H (10) en A (8) en geeft in het dagelijks leven les in het middelbaar onderwijs. Hij verzamelt dobbelstenen en is een geek, maar vindt dat zelf niet erg en probeert de rest van de wereld te laten inzien dat het ok is om je ergens volledig voor te smijten.