Vaderklop

Ik beken.
Ik ben doodmoe.
En ik heb er even geen zin meer in.

Of hoe onze 2,5 maand oude dochter mij quasi volledig uitgeput heeft.

Ik hoor wel vaker verhalen van kersverse ouders die er compleet doorzitten. Maar ik dacht niet dat ik het zelf zou meemaken. Want mijn leven is goed uitgebalanceerd en ik bewaak mijn grenzen sterk. Dat moet ook door medische perikelen.

Alleen hield die balans nul komma nul rekening met een baby. Een machtige meid, een pracht van een parel, maar ook een fragiel wezentje waarin zich enkele medische problemen en fysieke ongemakken manifesteerden.

Dankzij goede medische ondersteuning is dochterlief hopelijk eindelijk (?) aan de beterhand. Alleen kruipen de vele ziekenhuisbezoeken en dagenlang, wekenlang, maandenlang van maximum drie uur slaap per nacht onvermijdelijk in de kleren. Zeker als mijn goed uitgebalanceerde balans eigenlijk al een druk professioneel en vrijwilligersleven inhield.

Om drie à vier uur ’s morgens in slaap kunnen vallen en om vijf à half zes eruit moeten, het hakt er stevig in. Ik kon dat even bolwerken dankzij de nieuwste plaatjes van zware metalengoden die door mijn oortjes donderden tijdens de ochtendlijke treinritten richting werkplek. Alleen verstomde de daverende donder tot een gestommel in de verte.

Het gevolg laat zich raden. Eind september ging het licht even kort uit. De oververmoeidheid sloeg keihard toe, zowel fysiek als mentaal.

Onverwacht was het niet. Ik had al verschillende signalen gekregen: mij een aantal keren overslapen, van vermoeidheid ’s morgens vallen met mijn fiets op weg naar het station, in slaap vallen tijdens vergaderingen, tactloze versprekingen. Maar ook desinteresse. Zaken waar ik anders met plezier voor opstond of onderweg was, hoefden eigenlijk niet meer. Ik merkte in het algemeen bij mezelf ook gewoon een grotere hardheid, ongeduldigheid, boosheid en ambetantigheid.

Maar hét ergste van al? Ik vergat de verjaardag van mijn vrouw. Ik wist niet waar gekropen van schaamte toen mijn vrouw antwoordde dat het voor haar verjaardag was nadat ik vroeg waarom mijn grootmoeder een bericht met proficiat gestuurd had.

Allemaal alarmbellen. Want dat is niet wie ik ben of wie ik wil zijn. Laat staan hoe ik in het leven sta of wil staan. Of hoe oververmoeidheid een mens onvermijdelijk en onontkoombaar breekt, sloopt, kapot maakt.

Er zit eind september dus maar één iets op. Even de pauzeknop indrukken en focussen op wat nu écht belangrijk is: de gezondheid van dochter Lena en het aansterken van vader en moeder.

Vandaar neem ik na vijf jaar opnieuw een sabbatperiode als vrijwilliger. De energie en goesting voor die engagementen is even verdwenen. Mijn huidig gebrek aan focus zorgt ervoor dat de organisaties waar ik voorzitter of bestuurder ben wat in het slop dreigen te geraken. En dat is wel het laatste wat ik wil. Vandaar was het dus beter om mijn vrijwilligersactiviteiten even op te schorten.

Deze week neem ik ook een week professionele rust. Ook daar merkte ik steeds meer hoe mijn energetisch enthousiasme veranderde in een atypische apathie.

Beide beslissingen waren moeilijk. Ik heb daar héél eerlijk best wel mee geworsteld. Ik laat mensen – tijdelijk – in de steek. Ik mis tegelijk ook zaken waar ik eigenlijk ontzettend naar had uitgekeken en die me misschien energie hadden kunnen geven. Alleen is het soms beter tijdelijk iets te missen dan structureel met alles de mist in te gaan.

Zoals wel vaker bij dit soort beslissingen zijn de meningen verdeeld. Sommige erg grof en weinig begripvol, anderen hullen zich in veelzeggend stilzwijgen. Gelukkig zitten de reacties van wie écht belangrijk is wél boordevol empathie. Dat sterkt me. Want het is nooit gemakkelijk om je kwetsbaar te moeten opstellen en te moeten toegeven dat het even niet gaat.

De afgelopen dagen heb ik vooral gerust, geslapen en geknuffeld. En dat deed en doet deugd. Nu hoeft het even niet meer te zijn. Straks zien we later wel.


Dit artikel verscheen op de blog van Bert De Smet. Ontdek zijn andere schrijfsels.

Vader van 1, srevig stappend door het platteland als ie niet naar zware metalen luistert of aan whisky nipt.