Opvoeden is geen wedstrijd.  

Opvoeden is geen wedstrijd.  

Het thema van de week van de opvoeding 2020. Een prachtig thema, als je het mij vraagt. Overal wordt er gesproken over druk, hoeveel druk er is op het werk, in de sociale relaties, op de social media, op de jongeren. En ja, ook in de opvoeding. We willen toch allemaal dat onze kinderen het goed doen en goed hebben. Daar doen we veel, zo niet alles voor.  

Maar wie bepaalt er wat die ‘goed’ juist is? Doen we dat echt zelf? Kijken we ook hiervoor niet erg veel over het spreekwoordelijke muurtje? En neen, dat hoeft niet verkeerd te zijn. Gesprek met anderen, het volgen van mensen die ook zoeken in de opvoeding, lezen, kijken, opzoeken, … Het kan ons absoluut veel bijbrengen. Maar, zoals men bij de Bond Zonder Naam al eens zei: te is nooit goed, behalve in tevreden.  

Het is soms moeilijk. Dat gezin troont hun kinderen mee naar Italië om de schatten van de Romeinen te bewonderen, de anderen nemen hen vaak mee op culinaire ontdekking, allerlei sporten, kledij, smartphones, … Niets verkeerd mee hoor, maar het is niet voor iedereen weggelegd. En dat hoeft niet erg te zijn.  

Het gaat ook niet alleen om het materiële. Ik ben geneigd te denken dat dé juiste aanpak niet bestaat. Als ouder krijgen we advies van alle kanten, al dan niet vanuit het idee ‘ik weet het beter dan hoe jij het doet...’ Luister ernaar, maar doe er uw ding mee. Het uwe, hetgeen jij voelt dat juist is. Wat werkt bij de ene, is daarom eveneens hét antwoord op jouw vraag/zorg/plan/...  

Het goed hebben, het goed doen, het is echt voor ieder anders. En net dat maakt misschien dat het helemaal geen wedstrijd kán zijn. 

Wim Schotsmans (+40 jaar) is een gescheiden vader van vier. Twee jongens, twee meisjes. Allen tussen de leeftijd van 10 en 16. Buiten vaderen en het overleven van de dagdagelijkse plannen, ruilde hij het klaslokaal in voor zijn eigen project Buitendenker. Om dat alles af te ronden, is er ook nog de Duitse Herder Friedel. Zijn schrijfsels gaan vooral over ‘het leven zoals het is’, al dringt wat gemijmer zich soms ook wel op.