Kampioen van het huis!

Haar ogen schieten van links naar rechts. De concentratie die ze heeft, is haast voelbaar. Ik ervaar iets wat in een stationsromannetje als flashbacks omschreven zou worden.

De eerste flashback brengt me naar enkele maanden geleden, toen we voor het eerst samen “Vier Op Een Rij” speelden.  Het duurde even voor ze, als vijfjarige, het concept volledig begreep. Vooral dat er naast horizontaal en verticaal ook diagonaal kon gespeeld worden, lijkt moeilijk tot haar door te dringen. Geduldig probeer ik haar door het spel te loodsen, maar omdat ze van nature uit competitief is ingesteld - onder een appelboom zijn er namelijk zelden peren te vinden - laat ik haar niet winnen, ook omdat ik de laatste tijd merk dat ze moet leren verliezen. Haar laten winnen, dat is een taak waar haar opa zich met verve van kwijt. Als ze met papa speelt, gaat het om de spreekwoordelijke knikkers.

De tweede flashback katapulteert me ergens in een verloren gewaand jaar tijdens de jaren 80 van de vorige eeuw. Mijn zesjarige ik zit geheel volgens de dan geldende gewoonte in een sponsen broekje ergens in Oostenrijk tijdens de jaarlijkse gezinsvakantie met de opa van hierboven, die dan nog gewoon “poem” genoemd wordt, in een aangename zomerzon “Vier Op Een Rij” te spelen. Elk detail van die scène staat nog steeds in mijn geheugen gebrand, net als de zon in mijn huid later op diezelfde middag. Ik voel dat ik de finesses van het spel verre van onder de knie heb, maar toch trekt de combinatie van relatieve eenvoud en strategisch inzicht me aan in deze klassieker onder de gezelschapsspellen.

Plots zit ik weer aan de keukentafel in het heden en met enige verbeelding hoor ik de hersenen van de jongste dochter kraken. De laatste tijd is ze inventiever en geslepener geworden in het spel. Het kost me steeds meer zetten en dus moeite om zelf vier gele of rode schijfjes op een rij te krijgen en nu en dan slaagt ze er zelfs in om een rondje te winnen. Maar omdat we de gewoonte hebben om pas een winnaar uit te roepen na 10 gewonnen spelletjes, waan ik me nog steeds de maarschalk die over het slagveld van het rooster heerst (ook qua dramatische vergelijkingen liggen onder deze appelboom bitter weinig peren)

En dan weet ik, met haar komt het zeker goed.

Maar net zoals ze zichzelf praktisch heeft leren fietsen, merk ik dat ze steeds verfijndere strategieën begint te hanteren en zaken oppikt waar ik niet van wist dat ze die al begreep. Ze concentreert zich niet langer op één stuk van het rooster. Neen, het hele bord wordt haar jachtveld tijdens de eeuwige zoektocht naar die vier schijfjes op een rij. Plots besef ik dat ze me in de val lokt, haar schijfjes zo verdeelt dat ik achter de feiten begin aan te hollen. Ik begin de hopeloosheid van de situatie in te zien wanneer ik door haar eerste drie op een rij af te blokken een ideaal opstapje aanbied naar een overwinning. Zegezeker als ik mezelf waande, voel ik plots de druk van de achtervolging. Waar ik initieel makkelijk uitliep tot een 9-3 stand, voel ik plots het water rondom me stijgen. De volgende zes spelletjes laat ze me alle hoeken van de kamer zien. Soms is het nipt, meestal niet. Ik voel de kentering, ze heeft de tactiek in de vingers en het stijgende water van weleer staat me nu haast aan de lippen. Zes opeenvolgende overwinningen later, spelen we dan voor de ultieme eer van de “Vier Op Een Rij”-kampioen van het huis te worden. Hoewel ik me verweer als een duivel in een wijwatervat, kan ik enkel deemoedig het hoofd buigen en mijn meerdere erkennen in mijn jongste dochter.

Ze laat haar laatste schijfje vallen en halverwege kruisen onze blikken elkaar. Het ongeloof in de hare spreekt boekdelen, maar wordt enkel overschaduwd door de fierheid in de mijne. Ik weet het en zij weet het. Ze heeft dit niet cadeau gekregen, ze is de beste speler in huis. Ik heb elke spier in mijn gezicht nodig om een speelse pruillip te produceren, maar ben zeker dat ik de trots niet uit mijn blik geweerd krijg. Ik zie haar gezicht betrekken en laat snel mijn gespeelde pruillip verdwijnen, om haar ten volle van haar moment de gloire te laten genieten. Maar ze stapt op me toe, geeft me een knuffel en doet mijn vaderhart voor de zoveelste keer smelten wanneer ze zegt: jij hebt ook goed gespeeld hoor, papa.

 

En dan weet ik, met haar komt het zeker goed.

Ik ben 40 jaar, vader van P (7) en O (5). Overdag kan je me vinden in de financiële wereld, na de werkuren probeer ik me voor te bereiden op een marathon. Buiten mijn 3 prachtdames, gaat mijn hart sneller kloppen van literatuur, outlaw country muziek en vulpennen.